Je kan misschien zeggen dat dit jaar niet mijn jaar is, maar in alle tegenslag zit mogelijkheid tot groei. Niet dat ik blij ben dat mijn vader doodgaat. Absoluut niet. Ik houd zielsveel van hem en zou hem het liefst voor altijd bij mij hebben, maar het leven is eindig. Dat is een ding dat zeker is.
Vanmorgen ben ik na een vroeg ontbijt en warme douche met mijn natte haren en laptop naar de bieb gegaan. Vastbesloten om mijn gedachten omtrent mijn vader te verwerken in een blog. Dit om de mensen die mij lief zijn tegemoet te komen. Om met mijn eigenwijze hoofd naar hen te luisteren en aan zelfzorg te doen. Zelfzorg middels schrijven, want al schrijvend orden ik mijn gedachten en verwerk in mijn emoties. Van bloggen word ik een leuker en uitgebalanceerder mens. Wanneer ik achter de laptop zit en de woorden zo opschrijf dat ze te lezen zijn voor een publiek, relativeer ik de kluwen in mijn hoofd en ga ik mezelf ook beter begrijpen.
Eendjes voeren
Mijn vader is dol op mijn zusje, mijn nichtje Nina en mij. Zijn liefde voor ons geeft hem kracht. Het liefst zou hij ons alle drie overleven en zijn hele leven voor ons zorgen. Hoe verdrietig is het dat hij de laatste jaren vooral zelf heel veel zorg nodig heeft vanwege zijn gezondheid. Lopen kan hij niet meer en door de kanker laat zijn spraak nu ook te wensen over. Maar hij blijft positief. Geniet elke dag van twee glaasjes rode Italiaanse wijn bij zijn eten, maakt gepassioneerd zijn boodschappenlijstjes, doet boodschappen, voert de eendjes en gaat er met zijn rode scootmobiel op uit. Hij draagt zijn ziek zijn alleen, want mijn moeder is zeven jaar geleden overleden. Dapper en strijdbaar leeft hij en koopt hij bijna elke week bloemen voor bij haar foto op het kastje in de gang. Daar brandt ook altijd een lichtje.
Aanwezigheid
We hebben een emotionele en woordloze band, mijn vader en ik. Omdat hij Italiaans is en niet goed Nederlands spreekt, heeft hij een eigen taaltje ontwikkeld dat bijna niemand verstaat. Hij is een beetje verdwaald tussen twee culturen en creëert zo zijn eigen wereld. Een wereld waar ik alleen maar respect voor kan hebben. Als je nooit iets bezeten hebt en altijd de eindjes aan elkaar moest knopen, waardeer je het weinige dat je krijgt en toekomt. Zo kan hij alleen al genieten als Boef en ik bij hem zijn en een hapje komen eten. Dat is voor hem voldoende. Onze aanwezigheid. Koken wil hij dan zelf doen, want ik laat de aardappelschijfjes toch maar aanbranden.
Wit paard
Mijn vader heeft altijd voor mij willen zorgen en doet dat nu nog door mij niet teveel met zijn ziekte te willen belasten. Het gaat met hem altijd ‘prima’. Hij wil dat ik gelukkig ben en is trots op wat ik allemaal samen met Boef in de Achterhoek bereikt heb. Ik herinner mij nu dat mijn vader altijd geweten heeft dat mijn hoofd overliep van de gedachten. Als klein meisje kwam hij met bedtijd altijd op de rand van mijn bed zitten. Dan zong hij, met zijn grote vierkante hand over mijn hoofd aaiend, een Italiaans liedje over een wit paard (cavallo bianco) dat in de wei liep, vers gras at en het zwarte paard verjoeg. De boeken die ik heb geschreven heeft hij nooit kunnen lezen, omdat hij de taal niet goed machtig is. Toch vindt hij ze prachtig. Omdat ze van mijn hand zijn.
Zorgen weg zingen en aaien
Ik wil mijn vader absoluut niet missen, maar hoop dat hij op een vredige manier en zonder al te veel pijn zal sterven. Boef en ik zijn twee dagen met hem in het LUMC geweest waar hij allerlei onderzoeken onderging. De uitslag krijgen we morgen. We hopen op een klein wonder, maar vrezen het ergste.
Graag had ik de ziekte bij hem weggenomen, maar ik ben geen heilige, al bestaat Santa Barbara wel. Laten we al het moois en goede nog naar elkaar uitspreken. Ik ben dankbaar voor alle tranen die hij heeft gedroogd en de zorgen die hij uit mijn hoofd heeft gezongen en geaaid. Ik kan mij een leven zonder hem niet voorstellen, maar zal wel moeten.
Lees ook: Voor wie ik liefheb wil ik heten
Eén reactie