Boef kocht kooi en voer, ik de nodige speeltjes. Als we thuiskomen na een lange rit met een doek over de kooi van de onrustige vogel plaatsen we hem vol trots in de woonkamer. We noemen hem Prince, naar het liedje ‘purple rain’, omdat hij een lila/paars borstje heeft. Hij is prachtig, maar ook bang en schuw. En die eigenschappen blijken in zijn karakter te zitten. We proberen hem handtam te maken, maar verder dan zitten op de vinger is het niet gekomen. De kooi staat altijd open, maar hij vliegt er bijna nooit uit. We krijgen het vermoeden dat hij slechtziend is, omdat hij soms erg raar reageert en zo weinig durft. Parkietjes zijn dol op soortgenoten. Dus misschien is hij ook wel een beetje eenzaam. Blijkbaar is zijn spiegelbeeld niet voldoende.
Plagerijtjes
Als wij op vakantie gaan, logeert Prince bij mijn schoonouders. Boef brengt hem dan altijd in de kooi zonder doek erover naar ze toe. Nieuwsgierig kijkt ‘ons kind’ dan naar buiten. Prince is een dankbaar onderwerp van onze plagerijen. Zo ben ik bijvoorbeeld altijd jaloers, omdat hij wel naar Prince fluit en niet naar mij. En vindt Boef dat ik de Prince van de vogelwereld ben, omdat we allebei alles doen voor een hapje eten. Ruim tien jaar lang heeft Boef een ritueel met Prince. Hij geeft hem elke ochtend eten en drinken en ze voeren een geanimeerd gesprek. Als hij een keer wat langer in bed blijft liggen, roept Prince hem met een oorverdovend gekwetter. Ik verschoon wekelijks zijn kooi. Wanneer hij dood gaat, komt er een gat Boef zijn ochtenden en in onze gesprekken. We kunnen in onze plagerijtjes niet meer de vogel betrekken. En dat voelt leeg.
Verrassen
Al snel besluiten we om weer parkietjes te nemen. Ja, je leest het goed. Parkietjes. We willen er nu twee, want we hebben het toch altijd met Prince te doen gehad die maar nooit uit zijn kooi durfde. Op een dag tref ik een foto in onze gedeelde fotogalerij van de website van Jan Brugman, een parkietenkweker in Doetinchem. Ik kijk erop en zie allemaal bijzondere Engelse grasparkieten. Boef vertelt mij dat hij een heel excentriek exemplaar in gedachten heeft. Eentje waar ik eigenlijk een beetje bang van wordt. Hij belooft de volgende dag na zijn werk even bij de man langs te gaan. Ik moet mij maar laten verrassen.
Kusje, kusje
Het is bijna avond en ik zit vol spanning thuis. Zou Boef…zou hij….En ja hoor wat later dan normaal komt hij met twee kleine gele dozen in zijn handen thuis. Er komt een heleboel gekwetter uit. We maken snel de spullen en kooi goed schoon en even later zitten Roos en Beef (naar de zangeres Roosbeef) doodstil centimeters uit elkaar in de kooi. Gelukkig wennen ze in de dagen die volgen snel aan elkaar en begint hun dagelijks gekwetter. Af en toe verkopen ze elkaar een vinnige snavelpik, maar over het algemeen zitten ze lief naast elkaar op een tak. Ook geven ze elkaar kusjes. Boef heeft morgen een vrije dag genomen om ze echt helemaal zijn volledige aandacht te geven. Hij is ook van plan om ze de komende tijd dingen te leren zeggen. Ik vrees het ergste. “Blijf van die chips af” of “Schoonmaken kreng”. Als het aan mij ligt, wordt het “Kusje, kusje”.
Lees ook: Prince ‘purple rain’ is dood