Pa kwam op het idee voor de namen voor mijn zusje en mij door een lieflijk Italiaans kinderliedje. Hij gaf trouwens ook mijn knuffel, die tot de dood ons scheidt bij mij zal blijven, een naam: Pipo. Versleet mijn zusje knuffel na knuffel, ik zeulde overal mijn Pipo mee naartoe. Oma heeft hem heel vaak gemaakt als hij kapot was en bijgevuld met verse watten. Hij lag tot in mijn jongvolwassenheid bij mij in bed. Als ik eerlijk ben, moet ik bekennen dat ik hem het liefst nu nog bij mij zou willen hebben als ik slaap. Zijn broosheid laat het echter niet toe. Ik zou hem letterlijk kapot knuffelen. Tijdens onze laatste verhuizing is hij ongelukkigerwijs in een doos beland, die nu ergens in een hoekje op zolder ligt te verstoffen. Zielig. Ik ga hem er snel vandaan halen. Foei Rabarbara!
Ik wil noemen
Naast heten wil ik ook noemen: “Wie ik liefheb, wil ik noemen” zou mijn lijfdichtregel wel kunnen zijn. Niet voor niets heb ik Boef zijn toepasselijke bijnaam gegeven en niet voor niets hield ik al vanaf de brugklas lijstjes bij in mijn agenda bij met data erachter. Van die tot die dag was ik verliefd op die. En van die tot die week op die. Al die mannen voorzag ik van namen: mierenneuker is er een die ik nog weet. Hij keerde steeds terug op mijn lijstje. Daarom schreef ik hem een heuse liefdesbrief die absoluut geen zoden aan de dijk zetten. Eerder het tegenovergestelde. Toen ik ouder werd en mijn verliefdheden wat serieuzer en minder onschuldig, verzon ik ook nog namen voor mijn ‘mannen’: roze sok, flap(drol?), sTommy. Niet allen even rooskleurig zie ik nu. Boef deed het tij keren en heeft in het ‘echte leven’ nog andere bijnamen. Ik ook. Maar niet alles moet verklapt worden in mijn columns. Er moet een zweem van mysterie blijven hangen rond Rabarbara. Het lijkt misschien wel of ik alles zeg en dat ik van mijn hart geen moordkuil maak. Maar diep, diep van binnen. Ja…daar, daar gebeurt het. Kan jij de gesponnen draden ontwarren?
Lees ook: Vasitas troost met liedjes in je hoofd
Gedicht ‘Voor wie ik liefheb wil ik heten’ van Neeltje Maria Minn
5 reacties
ik denk wel dat het een mooi gedicht is, want het gaat over liefde, denk ik.
Mooi dus.
Wat me irriteert is dat het GEEN nederlands is; “voor….wil ik heten….”
Wat is dit voor een zin?Ik begrijp, denk ik, de bedoeling van de schrijfster wel, wat ze wil zeggen, maar (mijn frustratie) het lijkt mij wel dat het allemaal heel moeilijk en interessant moet worden opgeschreven door heren en vrouwen dichters……
In gewone zinnen levert het geen prijs op, of moet het wel een beetje moeilijk zijn????Nogmaals, mijn frustratie…….
Kan een dichter(es) mij niet raken met gewoon, grammaticair “juist” nederlands?? of kan dit alleen met “moeilijke, elitaire, zinnen”??????
Ik weet het niet en de waarheid is volgens mij zo heel erg simpel
Het is zeker een mooi gedicht. En we kunnen elkaar de hand schudden. Ik ben ook geen voorstander van heel moeilijke
gedichten. Ik sta voor heldere taal en sprekende beelden. Wel mag er originaliteit en creativiteit in een gedicht te
vinden zijn. Het spelen met grammaticale regels vind ik soms juist wel grappig. Maar ieder zijn eigen smaak.
De waarheid ligt ergens in het midden.