Wanneer de omslag komt voor de afkeer voor die kleur weet ik niet meer. Ik weet nog wel dat ik op de middelbare school met een vriendin lachen moest om mijn afschuw ervoor. Een docent droeg altijd een lichtblauwe sjaal bij zijn spijkerjack en ik vond hem daarom niet leuk. Ik had een voorkeur voor rode sjaals, want die droegen schrijvers. En schrijfster, ja, dat wilde ik echt worden! Een klasgenootje schreef eens een verhaal met Nederlands waarin de woorden ‘liefde voor een rode sjaal’ verwerkt waren. Dat raakte mij en die liefde heb ik lang in mij en rode sjaals om mijn hals gedragen. Tijdens mijn studententijd zijn mijn kleren vooral zwart. Op een gegeven moment sloeg dat om naar paars. Toen ik in Leiden vanuit mijn tweede studentenkamer, een klein hofje, naar een zelfstandig appartement verhuisde, verfde ik met vrienden de muren lila en de kozijnen paars. Mijn paarse paradijs. Veel van mijn vriendinnen hadden toen als lievelingskleur paars. Blijkbaar is dat een fase. Ik gaf als housewarming een sloffenfeest, want het zeil op de grond was wit en dat wilde ik niet vies maken.
Boef zijn lievelingskleur is zwart. Andere kleuren bestaan er volgens hem niet. Toch draagt hij af en toe ook iets met groen. Dat kan nog net. En daar probeer ik hem subtiel (heeeel subtiel) in te stimuleren. Mijn moeder probeerde mij altijd in kleurige kleren te krijgen. Dat koste haar veel moeite. We gingen één keer per jaar winkelen bij Cora Kemperman in Arnhem of Utrecht voor een garderobe en daar schafte ik tot haar genoegen ook weleens zeegroene of andere vrolijk kleurende kleding aan. Helaas bestaat die winkelketen niet meer. Ze hadden geweldige outfits!
Lichtblauwe steen
De laatste zeven jaar ben ik stenenverslaafd en draag ik in de zomer een kleurrijke bloemetjessjaal waar ook lichtblauw in voorkomt. Ons huis puilt uit van stenen in allerlei kleuren, vormen en maten. “Ik kan er een pizzaoven van bouwen,” lacht Boef weleens schertsend. Ik ga regelmatig naar Het Stenen Museumwinkeltje om weer wat nieuwe schatten aan te schaffen. Boef heeft mij plagend een verbod op die winkel gegeven, maar daar trek ik mij niks van aan. De mannen van mijn eveneens stenenverslaafde vriendinnen zuchten ook met grote regelmaat over al die ‘versierselen’ in huis. Af en toe moeten wij gewoon een nieuwe steen kopen. Maar dat snappen ze niet echt.
Een paar weken geleden kreeg ik plotseling een visioen van een hemelsblauwe doorzichtige steen. Ik snelde naar de winkel, ging op zoek maar vond niks wat passend voor dat moment was. Thuisgekomen googelde ik op ‘lichtblauwe steen’ en kwam ik erachter ik een topaas of aquamarijn had ‘gezien’ in mijn hoofd. Aangezien ik net andere stenen en wierook had gekocht, besloot ik even te wachten met weer een bezoek aan de winkel. Ook een beetje om Boef te sparen, want op een echtelijke ruzie om stenen zit ik niet te wachten.
Ketting
Ik blijf echter aan die blauwe steen denken en ga toch weer naar het winkeltje. Voor de laatste keer op de oude locatie, want ze zijn inmiddels verhuisd naar een groter pand. Nu weet ik welke stenen ik zoek en ik heb bedacht dat ik een ketting ermee wil. Ik kijk in de vitrinekast met sieraden en zie daar veel oogstrelends. Ook een donuthanger en oorbellen. De een is een aquamarijn en de ander een topaas lees ik op de kaartjes. Van de winkeljuf mag ik ze beiden even vasthouden. Het klinkt misschien gek, maar je moet een steen voelen. Voelen of hij bij je past. En ik besluit de donuthanger van aquamarijn te kopen. Ook al is hij niet doorzichtig. Ik koop er gelijk een zilveren ketting bij en ben dolgelukkig met dit cadeautje aan mezelf. Zeker omdat er privé wat zaken spelen die mij uit balans hebben gebracht. In de loop der jaren heb ik geleerd om mezelf juist dan te verwennen met iets wat ik mooi vind en waar ik blij van word. Dat kan een boek zijn, iets om mee te schilderen of tekenen of een steen.
De ketting heb ik al heel vaak met heel veel plezier gedragen. Hij is ‘azzurro’ zeg ik tegen mijzelf. En ik voel mij weer de kleuter op zoccoli op vakantie in Italië. Hoe gelukkig kan je zijn?