Tot zeven jaar terug wist ik niet wat ik er mee moest. Ze lagen ongebruikt her en der verspreid door het huis op onmogelijk (voor mij) weer vindbare plekken. Tot zeven jaar terug dus. De omslag kwam op een feestje toen iemand mij plotseling van alles ging vertellen wat nuttig was voor mijn netwerk en de krant. Half in paniek toverde ik een kassabon uit mijn handtas tevoorschijn. Van iemand anders leende ik een pen. En zo krabbelde ik wat op de achterkant van mijn aankopen bij de Lidl en maakte ik notities die mij in de toekomst weleens van pas zouden komen. ‘Dit overkomt mij niet nog een keer,’ dacht ik streng over mijzelf. En ik besloot in huis op zoek te gaan naar een notitieboekje waarvan ik het bestaan nog in mij achterhoofd vermoedde. Vanaf nu zou ik het overal mee naartoe nemen in mijn tas voor als ik onverwacht iemand tegen zou komen.
Verstrooid
Het boekje blijkt een gouden greep. Onverwachte invallen voor stukjes die ik wil schrijven vergeet ik niet meer, maar pen ik gelijk neer. Ook (briljante?) ideeën die vaak op onhandige momenten in mij opkomen noteer ik. Hierdoor krijgen ze vorm en worden ze zelfs echt als ik er op een later moment mijn wat rustigere en kabbelende gedachtes over laat gaan. Daarom ligt er ook standaard één op mijn bureau en is er één die overal en nergens rondslingert. Deze laatste hoop ik binnenkort te vinden. Waarschijnlijk staan er goede suggesties in voor schrijfwerk dat in de toekomst nog gaat plaatsvinden.
Helaas ben ik de kassabon van Lidl met de belangrijke notities kwijt. Ik heb er wel wat mee gedaan. De onduidelijk geschreven woorden heb ik omgezet in daden. Laatst moest ik nog aan het vod denken en vroeg ik mij af wat er ook al weer precies opstond. Ik zocht, zocht en vond niet. Vandaar dat ik nu zweer bij notitieboekjes. Misschien is het handiger om er maar één per keer te gebruiken. Maar ik ken mijzelf met mijn verstrooide hoofd. Dan vergeet ik een exemplaar in mijn tas te doen als ik wegga. En dat is niet handig.
Ik hoop dat ik ze bij de vleet blijf aantrekken. Die notitieboekjes. Het liefst met papier zonder lijntje. Genoeg ervan heb ik nooit. Letterlijk en figuurlijk niet. (Hint, hint…)