Is het toeval dat ik mijn ‘man’ Boef noem? Of heb ik mij onbewust door haar laten inspireren? Ik weet het echt niet meer. Ik weet wel dat haar boek een feest van herkenning voor mij was en dat ik haar naar aanleiding daarvan een mail stuurde waar ik ook nog leuk antwoord op kreeg. Jarenlang nam ik mij voor om naar een theatervoorstelling van Irene te gaan. Het kwam er maar niet van. Een paar jaar geleden ontmoette ik haar op een bijeenkomst van Varsseveldse schrijvers. We spraken zelfs even met elkaar. Ook over Nardi. Ik biechtte op dat ik een hekel had aan kappers, maar dat ik Nardi wel heel leuk vond.
Uitgemolken
Toen ik vorig jaar in juni hoorde dat Irene in mijn eigen mooie en nieuwe Lichtenvoordse bieb zou komen vertellen over haar nieuwste boek Uitgemolken, bedacht ik mij geen moment. Ik kocht gelijk een kaartje. Dit was mijn kans om haar te zien optreden en het was een leuk uitje voor het eerst in lange tijd. Vanwege alle corona-maatregels die overal getroffen waren, had ik net als vele anderen maanden thuis gezeten. De bewuste avond was daar. Ik zocht een mooi plekje in de zaal en luisterde nieuwsgierig naar Irene’s ontwapende verhaal over het boerenleven en integreren in de Achterhoek. Ik vond haar grappig en moest veel lachen. Ik kocht het boek en vanachter een spatscherm wisselenden we wat informatie uit. Ze signeerde het voorblad in een vlot handschrift met een persoonlijke tekst.
Herkenning
Van mijn voornemen om Uitgemolken snel te gaan lezen komt niet veel terecht. Pas afgelopen weekend vond ik er tijdens mijn workation bij Groot Antink in Groenlo tijd voor. Tussen het nadenken over en schrijven van bedrijfsplannen door fiets ik in de natuur en lees ik in het boek dat al een jaar uitnodigend op mijn boekenplank ligt. In veel dingen herken ik mijzelf. Ik heb mij in het begin van mijn Achterhoekse tijd ook verbaasd over de liters bier die hier gedronken worden, het ooievaar zetten bij geboortes, de hoeveelheden vlees op feestjes, het bespreken van elkaars ziektes, in groepjes zitten op verjaardagen en nog veel meer. Ook herkende ik een heleboel van Boef in Boer. Qua humor en denkwijze.
Boerenleven
Waar ik mij echt al lezend over verwonder en blij om ben is het droogkomische inzicht dat het boek geeft in het boerenleven. Van zo’n leven wist ik echt bijna niks af. De afhankelijkheid van het weer en de regelgeving van de overheid is groter dan ik kon vermoeden. Het hebben van melkkoeien met allemaal een eigen karakter is eigenlijk een levenstaak waar je nooit echt los van komt. Bij het maaien van gras komt veel denk- en gokwerk kijken. Blijft het lang genoeg droog zodat alles ingekuild kan worden? Voor mij als voormalig stadse staan er veel wetenswaardigheden in. Ik begrijp de boerenprotesten van de laatste maanden nu ook beter. Ze zijn inderdaad jaar na jaar uitgemolken. Jammer dat de dialoog ver te zoeken is. Het boek is echt een aanrader voor mensen die vraagtekens hebben bij wat zich er de laatste tijd allemaal afspeelt. Ik heb daar nu meer inzicht in en begrip voor gekregen.
Normen en waarden
De verschillen tussen Achterhoek en de Randstad herken ik uiteraard ook. Hoeveel zoenen moet je geven bij het afscheid? Waar moet je parkeren? Wat is gezond eten? Al moet ik eerlijk bekennen dat ik niet meer weet hoe het er in het westen nu precies aan toe gaat, omdat ik er bijna nooit meer kom en mij al jaren volledig onderdompel in en tussen het Achterhoekse schoon. Een echte Achterhoekse zal ik nooit worden met mijn rollende rrr en Italiaanse enthousiasme, maar de normen en waarden heb ik mij wel eigen gemaakt en kan ik overbrengen. Eigenlijk waren het altijd al wel mijn normen en waarden: help elkaar verder, wees eerlijk, werk hard, afspraak is afspraak, kwaliteit boven kwantiteit en nog veel meer moois. En zo zie je maar dat ‘stadsen’ en ‘plattelanders’ niet altijd veel hoeven te verschillen. Is dat niet idyllisch?
Lees ook: Geen bier in mijn blote kont
Eén reactie