Brief aan Hendrik-Jan

Hendrik-Jan
Als ik de foto’s van mijn studententijd bekijk, heb ik het gevoel dat mijn studie Nederlands in Leiden in een ver en grijs verleden ligt. Op de foto’s draag ik nog geen bril. Die zette ik toen alleen in de collegezalen op als ik naar de docent en dat wat hij op het bord krabbelde moest turen. Ik zie er fris en grappig uit, terwijl ik mij helemaal zo niet voelde.

Ik heb ook een foto waar jij op staat. Toen ik je eind juli in Almere zag, zo’n twintig jaar na onze laatste ontmoeting, was je eigenlijk geen steek veranderd. Ja. Je haren waren langer en grijzer, maar ik bespeurde nog steeds dezelfde humor en schrijversziel. Ja. Die schrijversziel hadden en hebben we allebei. Daar verandert het leven niks aan. Ook geen (getrouwd) leven elders in het land. Je bent ermee geboren. Of je wilt of niet. Het is ons noodlot. Tijdens de studietijd traden we op bij open podia en zaten we in een leesclubje. Scala Caeli. Trap naar de hemel. Tussen de college’s door gaf je me vaak een lolly uit je broodtrommel. Of verbeeld ik mij dat je een broodtrommel had? In ieder geval had je wel altijd je eigen koffie in een zilveren thermoskan. Of verbeeld ik mij dat ook? Ik weet het niet meer.

Dagboek

We waren allebei gek op de negentiende eeuw. Jij was natuurgeleerde Junghungh en ik de dichter Bilderdijk. Hoe mooi is het dat we nu we tegen de vijftig lopen een publieke correspondentie aan gaan. Een correspondentie anno 2024. Tegenwoordig delen de mensen bijna alles op social media en zijn ze verslaafd aan likes. Was je vroeger beledigd als iemand je dagboek las, vandaag de dag huil je als iemand je post over je gedachtegang op de socials niet liket.

Ik ben slechts een platoonse hoer

Geen geheimen

Het heeft ook wel wat. Dat publieke leven. We hebben geen geheimen meer voor elkaar. En ergens is dat ook wel goed, want geheimen kunnen je ziek maken. Zo vertrouwde mijn oma mij ooit een familiegeheim toe dat niemand mocht weten. Ik ging er bijna kapot aan en mijn ouders moesten het uit mij trekken, want ze merkten aan alles dat er iets met mij was. Ook mocht ik van hulpverleners niet open zijn over mijn psychische kwetsbaarheid. Geen werkgever zou mij dan nog willen. Dat geheim brak mij ook keer op keer op, want er komt altijd een punt dat je breekt en dan moet je liegen. En als je liegt, raak je verstrikt in een web waar je niet meer uitkomt. Ik ben voor openheid en eerlijkheid, al vind ik niet dat je al je vuile was buiten moet hangen.

Verliefd op de liefde

Wat ik ook nooit gesnapt heb, is waarom we met zijn allen zo moeilijk doen over de liefde. Van kleins af aan heb ik de mannen en vrouwen waar ik een zwak voor had de (vriendschappelijke) liefde verklaard. Dat viel in mijn puberjaren bij de mannen bijna nooit in goede aarde. De vrouwen konden er altijd wel om lachen. De eerste echte liefdesbrief die ik schreef was aan een jongen die steeds terugkeerde op het lijstje dat ik op de middelbare school in mijn agenda bijhield. Een lijstje waar per week op stond op wie ik nu weer verliefd was. “Dit moet hij weten!” dacht ik. Maar hij wilde het niet weten. (Puberende) mannen zijn bang voor jagende vrouwen. Ze willen zelf jagen. In wat voor tijd leven we? Het is echt niet dat ik zo dat ik met ze wilde trouwen of kinderen van ze wilde. Ik wilde gewoon verliefd zijn. Ik was en ben verliefd op de liefde. Heel onschuldig en naïef. En dat mag iedereen weten.

Rots in de branding

Boef is de enige met wie ik huis en haard deel. Wij hebben hoekhuisje, appelboompje, parkietjes. We leven een gelukkig leven zonder maskers en zijn al bijna vijftien jaar samen. Hij vult mij aan alle kanten aan. Ik weet niet wat ik zonder hem zou moeten en ik wil ook niet zonder hem. Hij is mijn rots in de branding, mijn schouder om op uit te huilen, mijn clown om mee te lachen, mijn… (en ga zo maar door). Mijn schrijversziel blijft daarnaast naar vriendschappelijke liefde zoeken die geuit wil worden. Die heb ik nodig voor de dansende woorden in mijn hoofd en de zingende zinnen in mijn hart die uitmonden tot blogs en de boeken die ik schrijf.

Ik ben blij dat ik met het klimmen der jaren mijn passie voor mijn medemensen ben blijven uiten. Al doe ik het wel wat gedoseerder en met meer beleid, maar nog steeds af en toe onhandig en met vreselijke timing. Vrees niet: Boef komt niks tekort en ik ben hem ook niet ontrouw. Ik ben slechts een platoonse hoer.

Platoonse hoer

Vind je dat geen mooi woord Hendrik-Jan? Platoonse hoer? Ik las het woord een keer tijdens onze studie in het boek De Wetten van Connie Palmen en het is mij altijd bijgebleven. Wat vond jij eigenlijk van dat boek?

Tjonge, ik merk dat ik wel uren kan doortypen naar jou. Je hebt blijkbaar een schrijfader geraakt. Dat is een goed teken. Maar laat ik stoppen met schrijven en wachten op jouw antwoord. Anders verval ik in een monoloog. Ik eindig deze brief niet voordat ik je de vriendschappelijke schrijversliefde heb verklaard. Ik denk met plezier terug aan onze ontmoeting laatst in Almere.

De warme groeten aan je vrouw en dochter. Ik kijk uit naar je publieke antwoord!

(ra)Barbara

Lichtenvoorde, 22 augustus 2024.

Neem een kijkje op het blog van Hendrik-Jan

Lees ook: Met Moleskine in de voetsporen van grote geesten

Deel dit artikel:

Ontdek meer artikelen

2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nieuwsbrief ontvangen?
Verschijnt één keer per maand met weetjes, nieuws en achtergrondinformatie.

Stuur mij een bericht:

Contactformulier

Wil je...

Als je vragen hebt, van wat voor een aard dan ook, voel mij gerust duchtig aan de tand.

Ben je nieuwsgierig naar mij geworden en/of wil je met mij in zee gaan: laat het weten. Jij bent altijd welkom in mijn netwerk. Als je wil kennismaken: in de ochtend drink ik graag koffie met je. In de middag thee. In de avond port.

Als je geïnterviewd wil worden over de barst in je leven, je bedrijf of de samenleving en jouw oplossing om hem te helen, laat van je horen!

Als je wil dat ik je zelfgeschreven boek bespreek, mag je mij een recensie-exemplaar toesturen.

Als je wil dat ik je een brief schrijf, doe ik dat. Voor 37,50 euro ontvang je post van mij met een heuse Rabarbara-postzegel in je brievenbus. Natuurlijk mag je mij ook een brief sturen. Ik ben dol op post! Mail mij in beide gevallen om adresgegevens uit te wisselen.