Brief aan oma in de hemel (voorgelezen op haar crematie)

Oma
Als de aard nog nat is/ Van zonneregen/ Kom me dan tegen/ Kom me dan tegen/ Uw hart van alle wegen/ Weet welk het pad is.

Toen ik Nederlands studeerde, liet ik jou een keer een dichtbundel van Boutens lezen, lieve oma. Jij vond de poëzie zo mooi dat je zei dat je die op je crematie wilde horen. De net voorgelezen regels zijn mijn favoriet. Ik heb ze ook ooit voor een verhaal gebruikt en wil ze nu hier met de mensen die afscheid van je komen nemen delen.

Voordat je mij leerde kennen had je al een heel leven achter de rug. Later toen ik ouder werd, begreep ik dat dat een heel bewogen leven was. Een leven waar zelfs mama niet alles van afwist en ik soms teveel. Al die geheimen kon ik niet voor mij houden en de meeste heb ik ook aan papa en mama doorverteld. Ze waren te zwaar voor mij om alleen te dragen, al begrijp ik wel dat je ze mij wilde vertellen. We waren tenslotte ook vriendinnen.

Geestesoog

Van je leven weet ik niet alles, elk mens heeft ook gebeurtenissen en gedachtes die alleen hemzelf betreffen. Wel heb je mij er verschillende verhalen over verteld. Verhalen die deze laatste dagen voor mijn geestesoog verschijnen. Je vertelde ze tijdens mijn logeerpartijtjes in Oegstgeest en Franeker waarbij dan steevast de witte stenen hond naast mijn bed stond om over mij te waken. De hond die ik graag wilde erven en die ik al eerder kreeg. Je gaf mij dan ook Pottertjes voor mijn keel. Je verhaalde over je leven tijdens onze wandelingen als je voor een verjaardag in Bergambacht was of tijdens onze etentjes in Leiden toen ik daar als jongvolwassene woonde. Je kwam mij regelmatig in de sleutelstad opzoeken. Dan wandelden we langs de Ketelboetersteeg waar je vroeger woonde of je ging mee naar de Universiteitsbibliotheek waar de professoren je vriendelijk toeknikten. Je leerde mij de eerste noten van Für Elise van Beethoven op de piano spelen. Het lied waar ik naar vernoemd ben en dat straks op jouw verzoek gedraaid wordt.

De stenen witte hond waakt nu over mama in de hemel. Foto: Rabarbara

Snurken

Je vertelde dat je vroeger heel verlegen was en niets durfde te zeggen. Dat je met Douwe, je eerste man, alleen maar mocht wandelen toen jullie elkaar net leerden kennen. Over de oorlog en dat de Duitsers dachten dat je Joods was vanwege je grote neus. Over Gerrit die je samen met mama ging bekijken in het restaurant waar hij altijd ging lunchen en dat hij op jullie eerste date een doos met allemaal taartjes mee had genomen. Dat een van de eerste vragen die je aan hem stelde was “Snurk je?” en toen hij “Ja” zei je er bijna de brui aan had gegeven. Gelukkig heb je dat niet gedaan en hebben jullie samen een mooi leven gehad met fietstochten en etentjes.

Duifje

Als we samen na een logeerpartijtje in Franeker bij de bushalte stonden te wachten omdat ik weer naar huis ging, ijsbeerde je op het perron. Dat doe ik nu trouwens ook. Dat ijsberen. Je bakte pannenkoeken voor mij. Veel te veel. Omdat ik zei dat ik er wel tien op kon. Uiteindelijk bleef meer dan de helft over. Bij jou en opa mocht in beschuitjes eten. Zoveel ik wilde. Thuis mocht ik nooit beschuitjes eten. Bij jullie deed ik er heel veel hagelslag op. Pure. Die zat ik een mooi blauwbruin potje uit Denemarken met een grote zilveren vierkante lepel erin. Opa schilde altijd de aardappels in de woonkamer en jij was zijn Duifje. Ja. Zo noemde hij jou. Mijn Duifje.

Je nam repen chocolade mee voor mij en Jolanda als je op bezoek kwam en we kregen altijd ‘achterwielen’ van opa voor ons rapport. Dat waren rijksdaalders. Je haakte jurken voor onze Barbiepoppen en maakte kleding voor ons en mama. Je was een knappe vrouw, maar ook ijdel en vond dat ik mijn haren net als jij wat vaker moest kammen. Je had een hekel aan je hamertenen en lakte zomers altijd alleen je grote teennagel met rode nagellak, omdat de rest toch krom stond. En hoe vaak je Pipo wel niet hebt opgelapt met draad en naald. Deze knuffel heb ik nog steeds in de slaapkamer bij me.

Zoals je hoort ben je veel meer dan de vrouw die de laatste jaren van haar leven worstelend doorbracht. Je bent dochter, vrouw, moeder, tante, verpleegster, vriendin, minnares, nog een keer vrouw en nog veel meer geweest voordat ik in je leven kwam. Mijn eerste herinnering aan jou is bij de geboorte van Jolanda. Je houdt haar liefdevol in je armen en ik denk jaloers: ”Wat doe je met mijn zusje?” en toen moest van mij iedereen de zuster een kusje geven.

Opa schilde altijd de aardappels in de woonkamer en jij was zijn Duifje. Ja. Zo noemde hij jou. Mijn Duifje.

Eerste fan

Natuurlijk hadden we ook weleens ruzie. Dan maakte je een gemene opmerking en kwam ik huilend thuis. Nadien mailde je mij om je excuses aan te bieden. Ik mailde eerder met jou dan met mama, want je was modern en wilde bij de tijd blijven. Het leven had je hard gemaakt. Het leven is voor jou hard geweest. En die pijn zorgde ervoor dat je anderen soms ongewild ook pijn deed met je opmerkingen. Vooral aan het eind van je leven. Daar heb ik proberen doorheen te kijken, omdat je mij ook gesteund hebt. Je kocht als eerste de boeken die ik schreef en de schilderijen die ik schilderde. Alles kreeg een mooi plekje in je huis. Je was mijn eerste fan.

Magdalena

Daarom deed het mij ook zo’n pijn jou zo te zien worstelen aan het eind van je leven. Eerst nadat opa dood was, maar zeker toen mama ook stierf. Je verbitterde. Bijna al de mensen die je liefhad waren er niet meer. Je raakte in een crisis en stootte iedereen af. Totdat Thea opnieuw in je leven kwam. Zij bracht verlichting. Gelukkig maar. Johanna, de dochter van opa, blijft je tot het eind toe trouw elke maand een kaart sturen. Uit liefde. Ik ben blij dat je uiteindelijk toch vredig hebt kunnen sterven en nog mooie momenten in het park bij het verpleeghuis en aan zee hebt gekend. Als een echte Magdalena ging je naar het hiernamaals. What’s in a name?

Tot ziens!

Lieve oma. Blij en dankbaar ben ik dat je 48 jaar in mijn leven was en dat je ervaren hebt dat ik aan Gaby een fijne en steunende partner heb en dat Jolanda een goede man heeft aan Martijn en gelukkig is met hun dochter Nina. Zolang papa het kon is hij nog bij je op bezoek geweest en haalde hij de vis voor je die je zo lekker vond op de markt.

We hebben samen heel veel meegemaakt. De rest van mijn leven op aarde zie je vanuit een andere dimensie samen met opa Douwe, opa Gerrit, oom Chris en mama.

Liefs en tot ziens!

Want ik draag je in me en bij me.

Altijd

Dag lieve oma!

Je kleindochter (Ra)Barbara

Gouda, 30 december 2024.

Lees ook: Parallelle wereld: heb ik dan alles verzonnen? (Hierin beschrijf ik ook mijn afscheid van oma)

Deel dit artikel:

Ontdek meer artikelen

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nieuwsbrief ontvangen?
Verschijnt één keer per maand met weetjes, nieuws en achtergrondinformatie.

Stuur mij een bericht:

Contactformulier

Wil je...

Als je vragen hebt, van wat voor een aard dan ook, voel mij gerust duchtig aan de tand.

Ben je nieuwsgierig naar mij geworden en/of wil je met mij in zee gaan: laat het weten. Jij bent altijd welkom in mijn netwerk. Als je wil kennismaken: in de ochtend drink ik graag koffie met je. In de middag thee. In de avond port.

Als je geïnterviewd wil worden over de barst in je leven, je bedrijf of de samenleving en jouw oplossing om hem te helen, laat van je horen!

Als je wil dat ik je zelfgeschreven boek bespreek, mag je mij een recensie-exemplaar toesturen.

Als je wil dat ik je een brief schrijf, doe ik dat. Voor 37,50 euro ontvang je post van mij met een heuse Rabarbara-postzegel in je brievenbus. Natuurlijk mag je mij ook een brief sturen. Ik ben dol op post! Mail mij in beide gevallen om adresgegevens uit te wisselen.