“Ik weet nog goed hoe alles begon. Op mijn zeventiende liep ik stage op PAAZ afdeling van GGNet, dat is de opname afdeling psychiatrie van het ziekenhuis. Iedereen waarschuwde mij dat ik voorbereid moest zijn op het ergste,” vertelt Janneke Rijks, “Die dag kwam ik ontzettend verbaasd thuis en zei ik tegen mijn moeder: ”Het zijn allemaal gewone mensen!”. En dat vind ik nog steeds. Ik heb nog steeds een enorme verbazing over wat mensen ‘gewone’ mensen vinden. We plaatsen elkaar voortdurend in hokjes. En dat is een barst in de kijk op de mens. In de Stadskamer verbinden wij mensen door hun gezamenlijke interesses. Er komt maar zijdelings bij kijken wie of wat je bent.
Je dient gezamenlijke stukjes te maken
“De laatste decennia is alles erg veranderd. Waar dat precies door komt, weet ik eigenlijk niet. Maar wat wel zo is, is dat we veel sneller en georganiseerder zijn gaan leven. Ook zijn we allemaal veel drukker. En voor de mensen die niet zo goed mee konden komen zijn we ook dingen gaan organiseren, waardoor we ze eigenlijk zijn gaan buitensluiten. Daardoor zijn de mensen vandaag de dag minder gewend om met mensen om te gaan die anders zijn. Vroeger werden je dat soort dingen je binnen het gezin geleerd. Ik vind dat je als samenleving met iedereen om hoort te kunnen gaan die zich aandient. Iedereen hoort erbij.
We weten allemaal dat bijvoorbeeld depressies en somberte van alle tijden zijn. We moeten met die mensen die worstelen met het leven aansluiting zoeken en met ze in gesprek gaan. En dat is soms best spannend, want het vraagt iets van je om contact te maken met iemand die compleet anders en misschien op het eerste oog wel bedreigend is. Zodra je weet hebt van elkaars wereld is het gemakkelijker om elkaar te begrijpen. Je dient gezamenlijke stukjes te maken die verbinden. Waarom mogen mensen bij GGNet alleen onder de vlag van GGNet met elkaar schilderen bijvoorbeeld, terwijl schilderen zoveel meer mensen zou kunnen verbinden? Het maakt toch niet uit waar je vandaan komt? Of je ziek, eenzaam, een hobby zoekt of alleen les wilt. Je hebt elkaar altijd iets te brengen. Bij Stadskamer komt iedereen uit de samenleving bij elkaar en samen in hetzelfde groepje.”
Wat vind jij leuk?
“Om mensen nog meer met elkaar te verbinden, hebben we ook een Herstel Academie opgericht. Een plek waar je ergens van kan bijkomen, wat dat ook is, en waar je lief voor jezelf kan zijn. Zo’n plek is voor iedereen heel gezond. Er is voor niemand een drempel om mee te doen. En eigenlijk is dat heel moeilijk om te zeggen, want er zijn ook altijd mensen die je niet leuk vindt. Iedereen is vrij om bij ons zijn eigen clubje te kiezen, maar niemand mag uitgesloten worden. En er moet ook sprake zijn van een soort wederkerigheid. Je dient je aan te passen aan de regels en wat van waarde terug te geven. De Stadskamer stelt aan alle mensen de vraag: “Wat vind jij leuk?” En dan merk ik dat dat voor velen een moeilijke vraag is, omdat die vaak door anderen voor hen beantwoord is. Maar als ze die vraag eenmaal zelf kunnen beantwoorden, gaat er een vlammetje branden. Bij sommigen na tien afspraken, bij anderen na vier jaar. En dat mag. Er zit geen tijdsindicatie op.”
De tijd is er rijp voor
“De mensen komen bij de Stadskamer binnen en bewandelen dan de ‘Route van de Vraag’. Ze worden daarbij zelf aan het werk gezet in de zoektocht op het antwoord van de vraag die ze hebben. De Stadskamer lijkt een lief gebeuren, een donzen dekbed, maar de mensen hebben eigen verantwoordelijkheid. Soms zijn we een strenge moeder die een pup uit het nest haalt en zegt: ”Je moet wel groot worden!”
Er zijn door Stadskamer al veel succesvolle stappen gezet om de barst in de kijk op de mens te helen. Kijk maar in onze maatschappelijke rendementsanalyse. Het lijkt wel of de tijd nu rijp is voor onze visie. De maatschappij en politiek staan er open voor. In de toekomst kunnen we misschien ook anders leren kijken naar werk, want er zijn ook mensen die de Stadskamer ontgroeien, maar dan niet aan de bak kunnen. Heel veel mensen werken heel hard aan zichzelf en dragen bij aan het grotere geheel. Dit wordt alleen niet als werk gezien. Misschien is een basisinkomen wel de oplossing daarvoor. Samen blijven we Stadskameren en doordromen! Mooie mensen, mooie plekken.”
Lees ook: Met Stadskamer en ‘Schrijf glans aan je barst’ dansend de toekomst in
Lees ook: Joske Elsinghorst:”Mensen die de regels maken of het geld beheren, kennen vaak de praktijk niet”
Eén reactie