Resy Oonk: “Ik hoop dat de bibliotheek gezien blijft worden als een onmisbare instelling”

Resy Oonk Bibliotheek
Ze zit al 35 jaar in het bibliotheekwezen na een opleiding aan de Bibliotheek- en Documentatieacademie in Deventer met de specialisatie Openbare Bibliotheek. Resy Oonk kan je dus met recht een oude rot in het vak noemen. Ze kreeg na haar studie de mogelijkheid om te gaan werken in Beverwijk, maar besloot uiteindelijk de kans die ze kreeg bij de bibliotheek van Lichtenvoorde, haar woonplaats, te grijpen. Ze kon daar parttime als jeugdbibliothecaris aan de slag. Na negentien jaar gedreven in de bieb gewerkt te hebben verhuisde ze naar de communicatieafdeling. Een functie die ze tot op de dag van vandaag met passie, enthousiasme en verve bekleed.

“In de tijd dat ik begon met werken, dat was in de jaren 80, was het een goede tijd voor de bieb. Ze bloeide volop, zat in haar hoogtijdagen. Het was toen de enige plek waar mensen informatie konden vinden en studieboeken konden lenen. We hadden van niemand concurrentie en internet bestond nog niet. Op een woensdagmiddag hadden we soms wel 1000 tot 1500 bezoekers. Er stonden lange rijen voor de balie. In de jaren 90 kregen we te maken me de opkomst van het internet, wat veel veranderde. Mensen ontdekten in de tijd die erop volgde dat je thuis ook informatie op het internet kon vinden. Vaak beseften ze niet dat die informatie niet altijd juist is. Je moet je als internetgebruiker namelijk altijd afvragen: “Is het waar wat ik lees? Klopt het?” De collectie van de Bibliotheek werd qua informatie evenwichtig opgebouwd. In die tijd werd er geprobeerd om over zoveel mogelijk onderwerpen informatie in huis te hebben. De collectie werd samengesteld door collectioneurs, die geschoold waren in het opbouwen van bibliotheekcollecties. Die collectioneurs werden daarbij geholpen door landelijke recensenten, die van elk boek dat uitkwam en dat aangeboden werd aan bibliotheken een aanschafadvies uitbrachten. Wat overigens nog steeds gebeurt, maar nu centraal in Gelderland.

We zijn altijd aan het ploeteren met ons imago

Door de opkomst van het internet gingen mensen minder informatieve boeken lenen lenen en het aantal uitleningen en leden begon terug te lopen. De subsidieverstrekker, de gemeentes, verbonden aan deze ontwikkelingen vaak bezuinigingen, zeker als de gemeente zelf ook financieel in zwaar weer zat. Na een enorme klap rond 2012, waarbij de Bibliotheek Oost-Achterhoek gehalveerd werd, staan we nu nog steeds in het rijtje van de 15 laagst gesubsidieerde bibliotheken van Nederland. We hebben grote bezuinigingsrondes gekend, maar zijn trots op wat we met weinig geld toch kunnen realiseren.”

Computers

“De komst van de computers en het internet zorgden echter ook voor een koersverandering in bibliotheekland. De bibliotheken sprongen er flexibel op in en plaatsten computers met internet in hun vestigingen. We hadden wel zo’n tien tot vijftien computers staan en werkten met een afsprakensysteem. Mensen die geen computer hadden, kwamen vaak bij ons. Ook bewoners van het AZC, wat emotionele taferelen opleverden. Soms hadden ze huilend contact met het thuisfront. In de loop van de tijd verminderde deze aanloop, want meer en meer mensen kregen zelf een computer. We hebben nog steeds computers, maar gebruiken ze nu meer om mensen digiwijzer te maken. De opkomst van internet is zo snel gegaan dat een hele grote groep niet is meegekomen. Wij bieden cursussen aan voor beginners en gevorderden en leren bijvoorbeeld hoe cursisten met een muis om moeten gaan, maar ook hoe ze met Windows kunnen werken. Het is heel mooi om te zien dat de mensen na deze cursussen zelfverzekerder de deur uit gaan en merken dat de computer niet bijt.”

Essentiele organisatie

“We zijn altijd aan het ploeteren met ons imago. Als je aan iemand vraagt wat een bibliotheek is, is het antwoord steevast: “Daar kan je lezen en boeken lenen”. Maar dat is allang niet meer het enige wat we doen. Onze nieuwe taken krijgen we maar moeilijk voor het voetlicht. Mensen komen vaak alleen bij ons terecht als ze echt zelf op zoek zijn gegaan naar een cursus. Het klinkt heel tegenstrijdig, maar door corona hebben wij de erkenning gekregen die we zochten. In de beginperiode ervan trouwens niet. Toen waren we een doorstroomlocatie en moesten we net als iedereen sluiten. Dat vonden we best frustrerend, maar het hoorde erbij. Iedereen had te kampen met restricties en verminderde activiteiten. Wij lanceerden toen de afhaalbieb, wat een groot succes werd, maar enorm arbeidsintensief was.

Rabarbara Bibliotheek Achterhoek
In de bibliotheek kan je meer doen dan alleen boeken lenen en lezen. Foto: Jorieke Phillipi

Vorig voorjaar openden we ons Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) ), een informatiepunt in de Nederlandse bibliotheken waar burgers hulp kunnen krijgen bij het werken met de digitale overheid. Er wordt door de overheid steeds meer digitaal gecommuniceerd met burgers. Denk maar eens aan het aanvragen van toeslagen of de belastingaangifte. Er is echter een grote groep Nederlanders die niet zo digivaardig is. Die groep dreigt door te weinig digitale kennis tussen wal en schip te raken. De IDO’s willen deze groep burgers helpen. Toen de coronacheck-app en de coronabewijzen geïntroduceerd werden, kwam die digitale kloof enorm voor het voetlicht. Een grote groep mensen werd geconfronteerd met het moeten downloaden van een app, waarmee ze vervolgens uit eten konden gaan of op vakantie. Maar wat als je geen smartphone hebt, of zelfs geen DigiD? De IDO’s in de bibliotheken sprongen hier direct op in en werden overspoeld door mensen met vragen en problemen. We hielpen in de eerste weken honderden mensen verder en maakten ze blij. En die ontwikkeling kwam ook bij de overheid tussen de oren. Toen in het najaar nieuwe maatregelen getroffen werden, werd het bibliotheekwezen onder de noemer essentiële dienstverlening geplaatst. Juist om die IDO-taak die de bibliotheekmedewerkers met verve vervullen. Het predikaat ‘essentiële dienstverlening’ betekende voor ons dat we open mochten blijven. We kregen zelfs taart van het ministerie van VWS, maar het noemen van bibliotheken als informatiepunt tijdens de laatste persconferentie was voor ons echt de kers op de taart.

Zo zie je een mooie ontwikkeling: deed internet ons eerst de das om, nu werkt ze in ons voordeel. We hebben een barst geheeld. De bieb wil een laagdrempelige plek zijn en betrouwbare informatie geven. Onze kracht is dat we meebewegen met dat wat zich in de samenleving aandient. Ik hoop dat de bibliotheek gezien blijft worden als een onmisbare instelling. Ook na corona.”

Analfabetisme

“Het lezen van fictie, de leeskant van de bieb, is trouwens wel altijd gebleven. Even dreigden de papieren boeken het te verliezen van de e-books, maar die trend heeft zich niet doorgezet. De educatieve tak van de bibliotheek heeft ook een enorme vlucht genomen. We hebben scholen altijd ondersteund in hun leesonderwijs en leerlingen leesplezier bijgebracht en geleerd hoe ze informatieve boeken kunnen vinden en gebruiken. Deden we dat vroeger door klassen rond te leiden in de bibliotheken, nu gaan onze leesconsulenten ook naar de scholen toe. De programma’s zijn veranderd van rondleidingen naar leesbevorderingsprojecten. Daarnaast is het Taalhuis een belangrijke taak van de Bibliotheek. Eén op de negen Nederlanders is laaggeletterd. Dat houdt niet in dat deze groep helemaal niet kan lezen, maar vaak niet voldoende om volledig mee te kunnen doen in de maatschappij. Het is een grote uitdaging om die groep autochtone Nederlanders te bereiken, want er heerst veel schaamte onder deze groep. Ons Taalhuis (met heel veel vrijwillige zeer waardevolle taalcoaches) werkt er hard aan om die schaamte weg te nemen en deze doelgroep binnen te halen. Ook deze barst willen we namelijk dolgraag helen.”

Deel dit artikel:

Ontdek meer artikelen

6 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Stuur mij een bericht:

Contactformulier

Wil je...

Als je vragen hebt, van wat voor een aard dan ook, voel mij gerust duchtig aan de tand.

Ben je nieuwsgierig naar mij geworden en/of wil je met mij in zee gaan: laat het weten. Jij bent altijd welkom in mijn netwerk. Als je wil kennismaken: in de ochtend drink ik graag koffie met je. In de middag thee. In de avond port.

Als je geïnterviewd wil worden over de barst in je leven, je bedrijf of de samenleving en jouw oplossing om hem te helen, laat van je horen!

Als je wil dat ik je zelfgeschreven boek bespreek, mag je mij een recensie-exemplaar toesturen.

Als je wil dat ik je een brief schrijf, doe ik dat. Voor 17,50 euro ontvang je post van mij met een heuse Rabarbara-postzegel in je brievenbus. Natuurlijk mag je mij ook een brief sturen. Ik ben dol op post! Mail mij in beide gevallen om adresgegevens uit te wisselen.