Eerst moet ik maar even duidelijk stellen wat een muze is. Ik zoek het op bij de bron die alles weet: Wikipedia. Als eerste alinea staat daar het volgende:
“De negen muzen, Oudgrieks: Μοῦσαι, waren in de Griekse mythologie de godinnen van kunst en wetenschap. Zij waren het symbool van de inspiratie. Het begrip muze, dat tegenwoordig nog steeds wordt gebruikt in de betekenis van inspiratiebron, is hiervan afgeleid.”
Uit de rest van het artikel blijkt dat alle muzen (Euterpe, Erato, Clio, Urania, Thaleia, Calliope, Terpischore, Melponene en Polyhymnia) inderdaad vrouwen zijn en dat ze mannelijke kunstenaars inspireren tot scheppingskracht. Waar halen vrouwen hun inspiratie dan vandaan? Ik google voor het gemak even op mannelijke muze. Kijken wat er tevoorschijn komt.
Mannelijke muzen
Ik kom op een kunstsite een aantal beelden tegen van mannelijke torso’s en een hit verder een feministische tekst over het feit dat het niet goed is dat vrouwen verheerlijkt worden ten gunste van de man, dat dat vrouwonterend is. Ook een scriptie waarin genoemd wordt dat sommige vrouwen het heft in eigen hand nemen en zichzelf tot muze maken. Maar hoe zit het nou met de vrouwen die mannen als inspiratiebron voor hun kunst gebruiken? Ik google nog even verder. Ik kom een gaysite tegen die foto’s van mannelijke muzen laat zien en een essay van iemand over muzen waarin genoemd wordt dat er nog niks over mannelijke muzen bekend is, maar waar er verder niet op in wordt gegaan. Dan staak ik mijn zoektocht. Het enige wat ik nu nog wil doen, is vertellen hoe ik er zelf in sta.
Voetstuk
Mijn leven lang schrijf ik al verhalen waarbij ik mij laat inspireren door mensen uit mijn omgeving. Daaronder vallen ook verschillende mannen die ik als mijn muze zie. Zo schreef ik vroeger in de schoolkrant verhalen met Croco (pseudoniem van een mede-redactielid) in mijn achterhoofd, maakte ik gedichten voor mijn vriend en kunstenaar The Chairman en schreef ik blogs vol over de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer die ik een tijd op een voetstuk had geplaatst (waar hij later vanaf viel). Ook heb ik vele woorden aan mijn lieve Boef gewijd en heb ik andere mannen die mij inspireren tot teksten tot vervelens toe verheerlijkt in mijn gedichten en verhalen. Een geheim heb ik daarvan nooit gemaakt, maar toch lijken mensen er vraagtekens bij te hebben. Waarom is het aan mannen voorbehouden om vrouwen te aanbidden? Mogen vrouwen ook niet mannen aanbidden en zich door hen laten inspireren?
Vrouwelijke jager
Ik weet wel dat de meeste mannen jagers zijn, maar als vrouw ben ik ook een jager. In de loop der jaren ben ik daar wel wat subtieler in geworden (en tegelijkertijd doeltreffend handig) en ik ga nooit over de grenzen heen van wat wenselijk en menselijk is. En uiteraard zal ik ook nooit Boef kwetsen. Hij is en blijft mijn nummer één. Toch haal ik mijn inspiratie ook uit andere mannen (en vrouwen!). Hoe moet ik dat dan noemen? Moet ik de man die mij inspireert een muzon noemen? En de vrouw die mij inspireert een muzona? Of zal ik er een heel ander woord voor verzinnen? Zoals Merlijnenaar en een Merlinaster. Om het ook maar een geschiedkundige lading te geven. Er zullen toch wel meer vrouwen zijn die zich door mannen laten inspireren. Of ben ik nu gek? Hoe zouden zij hun inspiratiebronnen noemen? Hoe zien zij dat? Hier zou ik best een heel onderzoek van kunnen maken. Het is dat mijn tijd schaars is. Al is Vadertje Tijd ook een inspiratiebron voor mij. Zal ik eens een keer zand in zijn ogen strooien?